Zorgmedewerkers prikken voortaan zelf
Bij zorginstelling Amsta prikken zorgteams voortaan zelf bloed bij ouderen met verhoogd risico op trombose. Waar voorheen een extern diagnostisch centrum op afspraak langskwam, regelen zorgmedewerkers dit nu zelf. De nieuwe werkwijze levert meer rust op bij ouderen: ze worden geprikt op een moment dat hen uitkomt en het prikken is minder vaak nodig. Daarbij kan de medicatie sneller worden bijgesteld en zijn de kosten lager.
Minder vergoeding trombosezorg
Veel ouderen slikken medicatie tegen trombose zoals bloedverdunners. Regelmatig bloed prikken is dan nodig om te controleren of de medicatie nog goed werkt. Amsta stond begin dit jaar voor de opgave om de trombosezorg anders in te richten. Waar voorheen de trombosezorg werd betaald via de zorgverzekeringswet, kwam er nu minder geld beschikbaar vanuit de WLZ.
Prikken is minder vaak nodig en gebeurt op geschikt moment
Voorheen kwam de medewerker van een extern medisch diagnosecentrum langs op afspraak. Dat tijdstip was niet altijd passend voor een bewoner. Bijvoorbeeld een bewoner met dementie kan ineens heel onrustig zijn, niet uit bed willen waardoor het prikken niet goed lukt. Met als gevolg dat er weer een nieuwe afspraak moest worden gemaakt. “Al dat inplannen en prikken is belastend voor de bewoners en de zorgteams”, aldus Marieke van den Berg, manager van het Behandel en Adviescentrum van Amsta. “We besloten het helemaal anders te gaan doen en zó in te richten dat het minder belastend zou zijn voor onze cliënten en meer regelruimte biedt voor onze zorgmedewerkers.”
Minder belastend en sneller aanpassen medicatie
De zorgteams zijn dit jaar opgeleid om zelf het bloedprikken te doen. “In plaats van injectienaalden en buisjes gebruiken we nu een vingerprik om de stollingswaarde vast te stellen. Dat is veel makkelijker en minder gedoe voor de bewoner.”, aldus Van den Berg. De verzorgende stuurt na de vingerprik de resultaten naar online trombosedienst Trombovitaal voor analyse. Amsta ontvangt de uitslag nog dezelfde dag, dat is veel sneller dan de oude werkwijze (ca. 2 weken).
Minder vaak prikken, beter monitoren en minder kosten
Van den Berg: “Door deze nieuwe werkwijze kunnen we de medicatie snel bijstellen, monitoren we beter en is hoeven ouderen minder vaak te worden geprikt. De aanpak is beter voor de cliënt en goedkoper.” Amsta introduceert de werkwijze ook op de afdeling Herstel waar ouderen tijdelijk verblijven voor revalidatie of herstel na een opname in het ziekenhuis. Zij leren dan hoe ze bij terugkomst thuis de vingerprik zelf kunnen uitvoeren.