Verhalen van Amsta
‘Ik ben trots op wat we nu samen presteren. De discipline en inzet voor goede zorg die ik zie bij medewerkers is indrukwekkend’
‘Voorzichtigheid nu is beter dan spijt achteraf’, zei premier Rutte afgelopen dinsdag tijdens de persconferentie over een voorzichtige versoepeling van de coronamaatregelen. Die geldt niet voor verzorgingstehuizen, waar daar is de situatie nog steeds zorgelijk. Ook binnen Amsta is helaas een aantal besmettingen vastgesteld, en om dat aantal zoveel mogelijk te beperken zijn we extreem alert. René Verfaille, eerste geneeskundige bij Amsta en verantwoordelijk voor ons medische behandel- en testbeleid, legt uit hoe we proberen het virus de baas te blijven.
Verlenging maatregelen onvermijdelijk
‘Het in stand houden van de beperkende maatregelen voor bezoek is onvermijdelijk’, zegt René vastbesloten. ‘Helemaal voorkomen dat het virus binnenkomt kan je niet, maar de maatregelen zijn essentieel om het risico zo klein mogelijk te maken. Want eenmaal binnen is het virus lastig te bestrijden. Het is pijnlijk om te zien hoe bij sommige zorginstellingen het water aan de lippen staat, door besmettingen die in rap tempo oplopen en steeds meer medewerkers die uitvallen. Zo’n situatie moet je kost wat kost proberen te voorkomen. Voor ons staat de veiligheid van onze medewerkers en bewoners voorop.’ Bij Amsta werd overigens vroeg besloten om de locaties af te sluiten voor bezoek, namelijk een week voordat het kabinet de maatregel voor het hele land instelde. Een besluit waardoor het aantal besmettingen binnen Amsta volgens René relatief beperkt is gebleven. ‘Die maatregel heeft ons een voorsprong gegeven, daar ben ik van overtuigd, maar dat betekent niet dat we de teugels nu kunnen laten vieren.’
Voor ons staat de veiligheid van onze medewerkers en bewoners voorop
Frustratie is begrijpelijk
‘Dat naasten hun familie nog steeds niet kunnen bezoeken zorgt soms voor veel frustratie, en die begrijp ik heel goed’, vertelt René. ‘We moeten voortdurend afwegen en keuzes maken: de piek in besmettingen is nog niet bereikt en dus blijven de maatregelen nodig. Natuurlijk gaan we ondertussen wel door met het zoeken naar zoveel mogelijk manieren voor alternatief contact. Het is een spagaat waar we voorlopig niet uitkomen, vrees ik. En misschien een kleine troost: in vergelijking met veel ouderen die zelfstandig thuis wonen en nu volledig geïsoleerd zijn, maken onze bewoners gelukkig nog onderdeel uit van een leefgemeenschap. Ze zijn in ieder geval niet alleen.’
Kleine teams, duidelijke richtlijnen en indrukwekkende inzet
Om het risico op kruisbesmetting te voorkomen besloot Amsta al snel om te werken met kleine en overzichtelijk teams, waarin alleen mensen werken die noodzakelijk zijn voor de zorg op een afdeling. ‘Dat betekent dat personeel alleen op de eigen afdeling komt, maar bijvoorbeeld ook dat je alleen met leden van je eigen team gaat lunchen. Tegelijkertijd hebben we vanaf het begin meteen werk gemaakt van hele duidelijke hygiëneprotocollen en het strikt toegezien op de naleving daarvan. Want goede (hand)hygiëne blijft de basis en is essentieel bij het beperken van risico’s. Daarnaast blijven we medewerkers voortdurend op het hart drukken dat ze zich echt houden aan de regels van de anderhalve meter maatschappij, en dat alert moeten blijven op hun eigen gezondheid. Want het gevaar komt van buiten. En wat ik bijvoorbeeld zelf doe, is elke dag voor het werk mijn temperatuur opmeten. Dat zou ik echt iedereen willen adviseren. Ik ben overigens erg trots op wat we nu samen presteren. De discipline en inzet voor goede zorg die medewerkers laten zien is indrukwekkend.’
Elke dag leren
Daarnaast blijft volgens René het voortdurend toetsen en aanscherpen van het beleid belangrijk. Beleid waarvoor we ons baseren op de richtlijnen van het RIVM, en dat in nauw overleg met de GGD wordt opgesteld. ‘We hebben een duidelijke lijn waar we aan vast houden, maar er is ook voortdurend discussie en overleg. Vergeet niet: het gaat om een nieuw virus dat we nog niet helemaal begrijpen. Het presenteert zich in verschillende vormen en vertoont geen patroon dat we gewend zijn. We leren elke dag nieuwe dingen en moeten vervolgens bepalen of en hoe we onze strategie daar op aanpassen.’
Goed beschermd
Een goed voorbeeld van aanpassingen door voortschrijdend inzicht is de omgang met persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals mondkapjes. ‘In het begin was het lastig om eraan te komen, maar onze inkopers zijn erin geslaagd om voldoende voorraad veilig te stellen. Wel gaan we secuur met die middelen om. Een belangrijke vraag die we ons daarbij hebben gesteld: wat hebben mensen echt nodig om veilig te kunnen werken met cliënten die positief getest zijn? Gaandeweg werd duidelijk dat voor bijna alle handelingen geldt dat werkkleding, een halterschort, handschoenen en een chirurgisch mondkapje de juiste bescherming bieden. Voor meer risicovolle handelingen is ander materiaal beschikbaar, zo gebruiken we andere mondmaskers bij het afnemen van een test. Het gaat erom dat je de juiste middelen inzet op het juiste moment.’
Jacht op het virus
Sinds kort worden ook preventief controles bij onze kwetsbare ouderen en bij onze verstandelijk gehandicapte bewoners uitgevoerd. Door dagelijks hun temperatuur en zuurstofgehalte in het bloed te meten kunnen mensen bij afwijkende waarden sneller worden getest. ‘Honderd procent voorkomen dat het virus binnenkomt is lastig, maar we kunnen wel proactief jagen op het virus en onze reactietijd verkorten. Het testen is nu gelukkig ook laagdrempeliger dan in het begin van de crisis. Terwijl dat eerder uitsluitend via de GGD verliep, werken we nu met eigen testteams. Ook medewerkers die zich ziek of niet goed voelen kunnen zich laten testen. Die zullen lang niet altijd positief zijn, maar je neemt er in elk geval de nodige angst en zorg mee weg. Het testen is heel belangrijk, want we hebben elkaar de komende tijd hard nodig.’