Amsta locatie de Beusemaecker praktijkvoorbeeld in publicatie over zorg en migratieachtergrond
Net als de rest van de samenleving worden ook Nederlandse verzorgingstehuizen steeds multicultureler. Platform Zorgsaamwonen maakte onlangs de publicatie 'Thuiskomst: over wonen, zorg en welzijn voor anderen met een migratieachtergrond', en interviewde twee Amsta-medewerkers over een van onze multiculturele woongroepen op locatie De Beusemaecker.
De Beusemacker: ‘Meeveren en openstaan dat dingen anders gaan’
Bron: 'Thuiskomst: over wonen, zorg en welzijn voor anderen met een migratieachtergrond'.
"In Amsterdam Geuzenveld, midden in een woonwijk, is De Beusemaecker gevestigd. In deze locatie van zorgorganisatie Amsta wonen achtenveertig mensen met dementie of het syndroom van Korsakov in woongroepen van zes personen. In een groep wonen ouderen met een migratieachtergrond. Het is niet de enige locatie van Amsta voor ouderen met een migratieachtergrond. ‘Op onze locatie de Raak wonen oudere mannen met een migratieachtergrond en daar is veel vraag naar. De behoefte bij oudere migranten aan deze woonzorgvormen is groot,’ zegt Muriël Sumter, teamcoach. Fatina Moukaddim, woonzorgcoördinator vult aan: ‘Je ziet toch vaak dat met name mannen als ze alleen komen te staan meer behoefte hebben aan zorg.’
Nieuwsgierig en openstellen
Muriël werkt al heel lang in de zorg en ziet dat de bewonersgroep de afgelopen jaren steeds diverser is geworden. ‘Voor ons is dat heel gewoon maar als ik naar congressen ga dan hoor ik dat ze op andere plekken in het land maar één of twee ouderen hebben met een migratieachtergrond.’ Het personeelsbestand van Amsta is ook divers. ‘We bespreken regelmatig in het team de verschillen die we ervaren. Dat is een automatisme. Dat is op andere plekken in het land anders.’ Fatina herkent dit. ‘Ik kom uit Wierden en we waren het enige gezin met een migratieachtergrond. Iedereen kende ons daardoor. We horen nog altijd van zorgorganisaties op plekken waar weinig migranten zijn dat ze geen of weinig interculturele expertise hebben.’ Muriël: ‘Hier bij Amsta zijn we gewend om 1 juli samen het Keti Koti feest te vieren en ook om aandacht te hebben voor de ramadan. Dat is voor ons heel normaal. Daar staan we niets eens meer bij stil. Dat doen we gewoon.‘ Nieuwsgierig zijn en je openstellen voor verschillende leefwijzen, culturen en religie zijn volgens beide dames belangrijk om goede zorg te kunnen geven en als team te kunnen samenwerken.
Hechte familieband
Amsta biedt persoonsgerichte zorg. ‘De ene bewoner eet vegetarisch of halal en de andere weer niet. Dat is geen punt, daar houden we rekening mee. Het gaat natuurlijk niet alleen om eten, maar ook om zaken als het levenseinde.’ Muriël geeft een voorbeeld: ‘In Suriname zijn mensen gewend om de schoenen bij een overledene uit te doen bij het afleggen. Dat soort dingen bespreek je met elkaar.’ In het ziekenhuis is er minder tijd voor gesprekken. Dat vinden Muriël en Fatina begrijpelijk maar wel jammer. ‘Familie speelt een grote rol bij ouderen en zeker bij sommige culturen. Bij Turkse en Marokkaanse ouderen, maar ook bij Hindoestaanse ouderen heb je met de hele familie te maken. De familieband is hecht’, zegt Fatina. Ze vindt het belangrijk dat het personeel hier rekening mee houdt. ‘De familie neemt het besluit met elkaar.’
Meeveren
Fatina vertelt over een oudere dame die niet meer wilde drinken. Ze heeft de oudste zoon gebeld en gevraagd te komen. Toen hij met eigen ogen zag dat ze niet wilde eten, begreep hij het en kon hij het aan de familie uitleggen. Een broer kon zich er niet bij neerleggen en gaf de oudste de schuld dat hij niet genoeg zijn best had gedaan. Fatina heeft hem toen ook uitgenodigd om samen te komen. Dat hielp. Toen was er begrip. ‘Het kost tijd maar het levert veel op’, zegt Fatina. ‘Je moet de familie meenemen in het proces.’ Muriël: ‘Je moet meeveren. En openstaan dat dingen soms anders gaan dan je zelf gewend bent.’ Ze heeft ook een mooi voorbeeld: ‘In Suriname is het de gewoonte om een overledene zingend en dansend naar buiten te begeleiden als deze naar het uitvaartcentrum gaat. Dat hebben we een keer in ons zorgcomplex gedaan. Dat een groep zingend en dansend door de gangen liep. Wij deden mee, ook onze collegae die dit gebruik niet kennen. De andere bewoners vonden het prachtig en sommigen deden zelfs mee. We spraken hier maanden later nog over met elkaar, in positieve zin.’
Benieuwd naar de hele publicatie? Je kunt hem hier gratis downloaden.